Waar slaapt jouw baby?

Waar slaapt jouw baby?

Baby's vinden niks lekkerder dan de hele dag dicht bij je zijn. Dat is niet gek want je baby is volkomen afhankelijk van jouw zorg en bescherming. Sommige ouders laten daarom de baby tussen hen in, in bed slapen, terwijl anderen hun kind liever zo snel mogelijk in zijn of haar eigen kamertje leert slapen. Wat is nu eigenlijk beter en hoe pak je het aan? 

Hoewel de gemiddelde babykamer vaak al ruim voor de uitgerekende datum helemaal gereed is in afwachting van de toekomstige bewoner, slapen de meeste baby's de eerste maanden in de slaapkamer van de ouders. Dat is niet gek want juist in die eerste maanden wil je zeker weten dat je kindje veilig en gezond is en verlies je hem of haar liever nooit uit het oog. Daarnaast biedt het gemak bij de nachtelijke voedingen. 
 

Rooming-in

Je baby in jullie kamer laten slapen heet rooming-in. Dan heb je ook nog co-sleeping (het ledikantje tegen de rand van jullie bed) en bedding-in (de baby bij jullie in bed).

Dat laatste wordt in Nederland vaak afgeraden want, hoe gezellig het ook is, de risico’s dat je kindje uit bed valt, verstikt onder de deken of dat een van jullie per ongeluk op de baby rolt, zijn behoorlijk groot. 

Rooming-in is daarentegen een prima manier om jullie baby de eerste zes maanden goed in de gaten te houden. Ook helpt het je baby zich veilig te voelen en zich aan jullie te hechten. Anderzijds heeft het ook een paar nadelen: zo bestaat de kans dat je baby wel goed slaapt maar jullie niet meer. Al je ouderzintuigen staan op scherp en maken je bij elk geluidje wakker. Daarnaast maakt een baby in de slaapkamer het voor ouders ook lastig om even samen te zijn en tijd voor elkaar te hebben.
 

Wennen aan de babykamer

Daarom is het een prima idee om op zeker moment je kindje te laten wennen aan het slapen op zijn eigen mooie kamertje.  Bijvoorbeeld als je baby ‘s nachts geen extra voeding meer nodig heeft, als hij meer dan zes uur achter elkaar doorslaapt, of wanneer hij zelfstandig van zijn buik naar zijn rug kan rollen.

Zoals gezegd moet je de overstap van de ene naar de andere kamer niet te snel nemen. Je baby (en jullie waarschijnlijk ook) zal er even aan moeten wennen. Dat kun je doen door bijvoorbeeld de babykamer te gebruiken om te verschonen of door daar af en toe gewoon even samen te zitten en een liedje te zingen. Daarna kun je je kindje voor de middagdutjes in zijn eigen kamertje leggen. In het begin zal het wat langer duren voor hij in slaap valt. Ga dan wel naar je baby toe maar leg hem niet weer in jullie slaapkamer. Na een paar keer zal het steeds beter gaan. Het helpt wanneer je een knuffelbeestje of doekje een paar weken meeneemt in jouw bed zodat het lekker naar jou gaat ruiken en dat vervolgens bij je baby in bed legt.
 

Avondritueel

Zodra de middagdutjes goed gaan kun je ook voor de nacht je kind in zijn eigen kamertje gaan leggen. Zorg daarbij dat jullie elke avond rond dezelfde tijd een vast slaapritueel doorlopen zodat je baby er al snel mee vertrouwd raakt en weet wat er gaat gebeuren. Dat geeft een veilig gevoel. Zing voor je de kamer uitgaat een liedje of lees een boekje voor. Je kunt ervoor kiezen een klein nachtlampje aan te laten maar zorg dan dat het licht niet direct op het gezicht van je kind valt.

Na een paar weken slaapt je kind heerlijk in zijn eigen kamertje en hebben jij en je partner weer wat tijd en ruimte voor elkaar.